Een 'banjoline' is eigenlijk een mandoline met in plaats van een houten kast een vel waardoor de klank toch heel anders is maar vooral veel luider! Dit instrumentje had een behoorlijke emotionele waarde voor m'n klant. Zijn moeder had er in haar jeugd menig kampvuur mee opgeleukt en zijn dochter wou het graag weer speelbaar hebben. Een familieverhaal dus. :-) Voor mij was het vooral een leuke én leerrijke restauratie!
Marius banjolines vind je met de regelmaat van de klok terug op rommelmarkten en tweedehands websites. Ze werden in de jaren veertig en vijftig gebouwd in Nederland. De banjo en de mandoline waren toen populaire instrumenten, vooral bij de jeugd rond het kampvuur. Een 'banjoline' is eigenlijk een mandoline met in plaats van een houten kast een vel waardoor de klank toch heel anders is maar vooral veel luider! Dit instrumentje had een behoorlijke emotionele waarde voor m'n klant. Zijn moeder had er in haar jeugd menig kampvuur mee opgeleukt en zijn dochter wou het graag weer speelbaar hebben. Een familieverhaal dus. :-) Voor mij was het vooral een leuke én leerrijke restauratie!
4 Comments
Een combinatie van kunst en ambacht of ‘kunstenaar meets gitaarbouwer’.
- 2 piece lightweight Swamp ash body
- Maple neck, palissander toets - 1 volume, 1 tone, 3-way switch - Gretsch Filtertron pick-up's Weken lang geen klanten zien en ook niks te repareren, wat doe je dan? Juist! Die, wegens aanhoudend tijdgebrek, rondslingerende projectjes eens aanpakken. Thanks Corona! :-) Het eerste project is een oude Otwin, ergens uit de vroege jaren '20 van de vorige eeuw. Otwin (Otto Windish) was een, in die tijd, gerenommeerde Duitse gitaarbouwer die bouwde wat toen gangbaar was. Dit model is net geen "parlor". In Duitsland omschrijft men het als een "Wandergitarre", in Amerika zou men het omschrijven als een "O-model". Klein en handig maar toch wel relatief volumineus. De hals, zijkanten en rug zijn volledig gebouwd uit massieve esdoorn (maple, ahorn). De top is massief sparen (spruce). De toets is één of ander hardhout. Zo kwam ze hier ooit binnen :-) : Na het dichten van alle scheuren, het repareren van gaten, het resetten van de hals, het vervangen van de top- en brugkam en last but not least, het verwijderen van alle seventies puberale creativiteit, ziet ze er zo uit: Operatie geslaagd! Ze speelt als een pakje boter en heeft een zalige bluesy klank. Maar vooral, ze is klaar voor de volgende 100 jaar speelplezier. Blij dat ik deze gered heb!
Voor wie op zoek is naar de vooroorlogse klank van een Martin model 0 of 00, dit is 'm (maar dan voor een paar duizend euro's minder)! :-) Binnenkort te koop in de tweedehands sectie van de website! Een van de meest gehoorde klachten in mijn atelier en ook al lijkt het voor de hand te liggen, de oorzaak ligt meestal niet bij de stemmechanieken. Voor je dus een hoop geld uitgeeft aan nieuwe tuners, check eerst even dit lijstje: 1. Je snaren, hoe lang liggen die er al op? Zelfs al lijken je snaren nog goed, ze zijn van metaal. Metaal wat bovendien continue onder een behoorlijk hoge spanning staat. Er bestaat zoiets als metaalmoeheid en dat zorgt ervoor dat de elasticiteit van je snaren afneemt en de spanning of de 'pitch' niet meer stabiel is. 2. Hoe zit je snaar rond het stemmechaniek? Sluiten de wikkels goed aan? Zijn er niet teveel wikkels?
3. Klemmen je snaren niet in je topkam? De meest voorkomende oorzaak van tuningproblemen. Je snaren moeten vrij kunnen bewegen in je topkam. Als de sleuven van je topkam eigenlijk te smal zijn voor de snaardikte die je gebruikt, zullen ze klemmen en na bends niet goed terug komen. Hetzelfde met te scherpe hoeken van de sleuven, waar je snaren in blijven 'haken'. Ook wanneer de sleuven te diep zijn kan dit problemen geven. Er bestaan allerlei middeltjes (vet, teflon, grafiet) om je topkamsleuven te smeren. Vaak wordt hier ook tekenpotlood voor gebruikt. Zijn de sleuven echter correct gevijld, dan heb je dit soort "oplossingen" niet nodig. 4. klemmen je snaren niet aan de brug? Wat telt voor je topkam gaat ook op voor de zadels van je brug. Versleten zadels zorgen niet alleen voor stemproblemen maar zijn er vaak ook de oorzaak van dat je snaren breken. Zijn alle bovenstaande punten in orde en blijft je gitaar nog steeds niet in tune? Dan zou er inderdaad een probleem met de stemmechanieken kunnen zijn of .... nog iets anders ;-)
Breng je gitaar dan maar binnen. Dan kijk ik het wel eens na :-) “Dat ze het kunnen maken, voor die prijs!”, hoor ik wel vaker. Maar “wat” maken “ze” eigenlijk voor die prijs? Goedkope Chinese “more or less” kopieën van gerenommeerde merken overspoelen al jaren de markt. Elke zichzelf respecterende gitaardozenschuiver laat wel zijn huismerk ergens in China maken (Harley Benton, Jack & Danny, Fame, …) en daarnaast heb je nog tal van andere “merken” die je spotgoedkoop via Ebay kan bestellen. En gek genoeg lees je vaak lovende reviews over juist die merken. Dat de lat daarbij lager ligt, gezien wat ze kosten, is logisch maar toch … Zelf heb ik er eigenlijk geen ervaring mee. Ik zie ze ook nooit in mijn atelier voorbij komen en dat is te begrijpen. De prijs van een simpele reparatie en zelfs van een uitgebreide onderhoud- en afstelbeurt komt al aardig in de buurt van wat die gitaren nieuw kosten. Om de proef op de som te nemen heb ik er dan zelf maar eentje besteld waarbij ik me, zoals de meeste kopers denk ik, uitsluitend heb laten leiden door de looks en natuurlijk ook een beetje door de sterretjes bij de reviews ;-) Het werd een ‘Rocktile Pro HB100 SB’ die er wel fraai uit zag. Basically, een copie van een Gibson ES335. De prijs, 175 euro. De gitaar werd netjes vier dagen later afgeleverd voor 7,50 euro. Ze ziet er inderdaad erg fraai uit. Een mooie burst en op het lakwerk is niks aan te merken. Ik geef zelfs toe, ze straalt veel meer uit dan 175 euro. De hardware is exact dezelfde als die, die je ook op een Epiphone tegenkomt. Niet geweldig maar wel bruikbaar en hey, 175 euro, remember? De snaren lopen gelijk over de hals en de halshoek lijkt op het eerste gezicht ook wel te kloppen. Tot zover het goede nieuws. Je kon er op spelen en daarmee is alles gezegd. De topkam lag veel te hoog (ik schakel even over naar de verleden tijd :-) ), de brug stond veel te hoog en de hals stond ‘ietsje’ bol. Als leek ben je hier dus al ‘gejost’ want hier leer je nooit fijn op spelen. Een afstelbeurt was toch wel nodig en dan ook maar gelijk de snaren vervangen (kostprijs: 70 euro). Eens de actie voor- en achteraan goed afgesteld, bleek de Rocktile wel prettig te spelen maar man, wat kletterden de snaren tegen al die ongelijke frets aan. Nader onderzoek leverde 13 te hoge frets op.
Maar hey, ik had nu wel een gitaar waar ik toch wel een beetje blij van werd. Fijn halsprofiel, lekker bespeelbaar en zeker in vergelijking met een echte Gibson ES335, een aangenaam uitgebalanceerd instrument waarvan de kop niet persé naar beneden wil duiken. De reden waarom ik ooit een vintage ‘60’s ES 335 van de hand heb gedaan. Stomstom … ik weet het ;-) Inpluggen dus en horen wat de Rocktile klankmatig te bieden had! En er kwam geluid uit … waarmee ook gelijk alles gezegd is. De vraag is of je voor het geld meer kan verwachten en of iemand die ‘maar’ 175 euro wil/kan uitgeven aan een gitaar, daarom maalt. Ik denk het eigenlijk niet. Tijd voor een tussenbalans: We hebben nu een fraaie, vlot en fijn bespeelbare Rocktile voor … 465 euro! Ga ik er op spelen? Nee, want ze klinkt voor geen meter. Kan ik ze doorverkopen aan een beginnende gitarist die bespeelbaarheid voorlopig veel belangrijker vindt dan klank? Vast wel, … voor maximaal 100 euro want zo gek zijn beginnende gitaristen nu ook weer niet. Eigenlijk kunnen we het hele ding dus beter nog wat gaan upgraden. En laat ik nu toch toevallig een setje Bare Knuckle ‘the Mule’ pick-up's liggen hebben. Als we het doen, dan doen we het ook gelijk goed! (kostprijs incl. inbouw: 300 euro). En och, laten we dan ook maar gelijk de potmeters en de schakelaar vervangen, dat verdienen die dure pick-up's wel... (120 euro incl. inbouw).
En... eat your hart out Gibson! Mijn Rocktile ES335 copy, jawel, ondertussen de mijne, klinkt en speelt fantastisch en hangt ook nog eens comfortabel rond mijn nek! Eindbalans: Het is écht een heel fijne gitaar geworden voor maar 885 euro. Een schijntje in vergelijking met het origineel van Gibson (2800 euro). Alleen, ze mag dan even goed zijn als een Gibson, het wordt er natuurlijk nooit één en de waarde blijft tsja … wat de gek ervoor wil geven? In ieder geval krijgt ze een plaatsje in mijn arsenaal gitaren. Een blijvertje, ook al omdat ik er nooit voor terug zal krijgen wat ik er heb ingestopt. Alleen nog even "Rocktile" van de headstock afhalen want dat is het natuurlijk niet meer … ;-) Zit je op een druilerige zondagnamiddag wat te browsen op 2dehands.be en kom je daar toch wel dé zessnarige liefde van je leven tegen en nog leuk geprijsd ook, bovendien vlakbij! Ga ervoor! zou ik roepen maar wel met enig voorbehoud. Voor je het weet blijkt die topper namelijk een 'flopper'. Twee dingen waar je écht moet op letten. Laat je bij de koop van een tweedehands gitaar niet al teveel leiden door hoe het instrument is op het moment dat je het gaat testen. De gitaar is "gebruikt" en zal dus zeker niet in topconditie zijn. De afstelling kan slecht zijn, de snaren kunnen 'dood' zijn, bij een elektrische kunnen de pots of de schakelaar kraken … Allemaal dingen die makkelijk en relatief goedkoop op te lossen zijn via een servicebeurt bij een luthier. Eigenlijk zijn er volgens mij maar twee zaken die een absolute "no go" zijn bij de aanschaf van een 2dehands gitaar. Belangrijk bij een goed spelende gitaar is de "actie" van het instrument ofwel de hoogte van de snaren ten opzichte van de toets. De actie hebben we allemaal liefst zo laag mogelijk want dat speelt véél vlotter. Is de actie van je nieuwe crush oncomfortabel hoog, dan hoeft dat nog geen probleem te zijn. Check in dat geval even de hoogte van het zadel. Voor een elektrische gitaar geldt hetzelfde principe. Tenminste, als ze geen geschroefde hals heeft. Is de hals wel geschroefd dan kan die makkelijk worden losgemaakt en kan de halshoek (hoek van de hals t.o.v. de body) relatief simpel worden aangepast. Normaal gezien hoort dit bij een standaard servicebeurt. Check onderstaande bij een gelijmde hals of een 'neck-trough' verbinding: Even belangrijk is hoe de snaren over de hals lopen. De bedoeling is dat die netjes evenwijdig, met aan beide kanten van de toets evenveel ruimte voor de e en de E-snaar, lopen. Niets is immers zo vervelend dan bij het spelen van je hals te vallen. Zijn beide aandachtspunten in orde, dan kan je met een relatief gerust hart tot aankoop over gaan, mits de fretten nog in een relatief goede staat zijn. Dat laatste is echter niet onoverkomelijk. Een refret kost geld maar niet gelijk een rib uit je lijf.
Wat nu als je al dertig jaar op zoek bent naar juist die gitaar en als de liefde zo groot is dat je het instrument koste wat koste toch wil hebben want anders is je leven niks meer waard? Of, je hebt zo'n instrument thuis met bovenstaande gebreken en eigenlijk onbespeelbaar maar met een hoge emotionele waarde? Wel, dan kunnen die problemen worden opgelost door een ervaren luthier. Bedenk wel dat een neck-reset en vooral de afwerking daarvan, een tijdrovende klus is en dat tijd geld kost, ergens tussen 300 en 600 euro en dat moet je dus bij de aankoopprijs bijtellen. Is de gitaar dat waard (vintagewaarde en/of emotionele waarde)? Kom er dan maar eens mee langs ;-) Laatst waren er in mijn atelier twee klanten hierover aan de praat geraakt. Terwijl ik wat bijstelde aan de gitaar van de ene, waren ze allebei heel erg de lof aan het zingen over de kwaliteit van een benen topkam. Grappig was dat ze het roerend met elkaar eens waren… De ene omdat hij vond dat been de bassen meer benadrukte en een warmere toon gaf. De andere omdat been een briljant, helder geluid produceerde. Het hoeft dus niet altijd logisch te zijn :-) Doet het er toe? Zoals met elk onderdeel van de gitaar doet het er wel degelijk toe. Toch als je veel aandacht schenkt aan subtiliteiten en toegegeven, dat doen we allemaal. We zijn gewoon muggenzifters, kommaneukers en ‘spijkers op laag water’ zoekers van zodra het om ons instrument en onze klank gaat ;-). De topkam heeft eigenlijk enkel een directe invloed op de klank van open snaren. Van zodra je een snaar fret is het immers de fret die zorgt voor de toon(hoogte). Het allerbelangrijkste is dus dat de klank van de open snaren in evenwicht is met de klank van de gefrette snaren en dat doet het ene materiaal al beter dan het andere. Sommige materialen slijten sneller dan andere. De hardheid en de textuur van het materiaal hebben dan weer een invloed op hoe goed de snaren door de sleuven glijden. Hoe beter het materiaal glijdt, hoe stemvaster de gitaar, hoe zuiverder bends en hoe makkelijker te stemmen. Bovendien heeft de topkam ook een grote invloed op hoe goed je gitaar in stemming blijft na excessief gebruik van je tremolo. En het ene materiaal oogt al beter dan het andere. Belangrijk want ook daar is ons gitaristenzieltje gevoelig aan. Ik vind een zwarte topkam bijvoorbeeld spuuglelijk ;-).
Moet je nu gelijk je cheapo topkam gaan upgraden? Zoals reeds in de inleiding gesteld, is het klankverschil tussen de respectievelijke materialen eerder subtiel. Veel mensen zullen bijvoorbeeld het verschil tussen plastic en been niet horen. Is je topkam van goedkoop plastic maar ben je eigenlijk niet écht ongelukkig met de klank en het stemcomfort, laat het dan zo.
En last but not least: Ook een peperdure superdeluxe topkam zal slecht klinken als hij slecht is gesneden, als de snaarsleuven slecht zijn ingevijld of als ze te groot of te klein zijn t.o.v. je snaardikte. Een goed afgestelde plastic topkam klinkt tig keer beter dan een slecht ingevijlde benen kam! Laat dit altijd even nakijken voor je over gaat tot een upgrade. Onder gitaristen en gitaarbouwers is het algemeen aanvaard dat een maple toets of een rosewood toets een verschillend geluid produceren. Maple geeft meer ‘punch’ en helderheid. Rosewood levert een rond, warm geluid. Niet iedereen is het daar mee eens. Er bestaat ook een “it’s all between the ears” theorie die zegt dat we het geluid anders ervaren omdat onze ogen iets anders zien en onze handen/vingers iets anders voelen maar dat er eigenlijk geen significant, hoorbaar klankverschil is. Darrell Braun gaat voor een wetenschappelijke aanpak om proefondervindelijk vast te stellen wie er nu uiteindelijk gelijk heeft. In zijn video vergelijkt hij twee identieke halzen – één met een maple, de andere met een rosewood toets - gemonteerd op dezelfde gitaarbody. Lees zeker ook de discussie onderaan het filmpje. Die bewijst vooral hoeveel “emotie” een invloed heeft op hoe iemand ‘klank’ ervaart ;-). De gitaar in kwestie is de lievelingsgitaar van Michel, één van mijn klanten. Hij kocht ze jaren geleden derdehands. Vooral voor de klank en de bespeelbaarheid want voor de looks moest hij het niet doen :-)
Oorspronkelijk was de gitaar een sunburst uitvoering. Michel kocht de gitaar met de lak volledig gestript. De ‘natural’ body werd niet gelakt maar afgewerkt met olie. Dat kan erg mooi zijn maar dan moet het schuurwerk wel perfect zijn en de oliefinish goed aangebracht en dat was bij dit beestje niet echt het geval. Een paar jaar geleden besloot Michel daar toch iets aan te doen en hij liet de gitaar spuiten in iets wat een ‘goldtop’ moest voorstellen. Gelukkiger werd hij daar niet van. Afgezien van een totaal foute kleur was het spuitwerk erg slordig uitgevoerd en al na een paar dagen liet de lak op verschillende plaatsen los doordat het (ooit geoliede) hout slecht was voorbereid. Van kwaad naar erger dus. Gitaarreparatie.be to the rescue! Michel besloot er iets aan te laten doen en kwam zo bij mij terecht. Er was werk aan, vééél werk. De body moest opnieuw helemaal worden gestript, de bindings moesten worden bijgewerkt want die waren vrolijk meegespoten en de lak aan de zij- en achterkant moest ook worden bijgewerkt. En, allemaal met de hand om er toch vooral niet teveel vanaf te schuren! De vorige spuiter had immers van de binding niet veel meer overgelaten… Het lastigste was nog om de juiste lak en de juiste kleur te vinden. Het moest echt het goldtop kleur van Gibson worden en het moest nitrocellulose zijn. Voor minder ging Michel niet. Een vriendelijke handelaar in de UK kon ons gelukkig verder helpen (leve internet!) en ziehier het resultaat: Zijn Seventies Fender Stratocasters écht zo slecht? Je kan de productiejaren van Fender in drie grote periodes indelen. Tot 1965 was Fender in handen van Leo Fender. In 1965 werd Fender overgekocht door CBS (Columbia Broadcasting Systems) en onderging het bedrijf diverse reorganisaties waarbij de gespecialiseerde geluidstechnici gaandeweg vervangen werden door economische specialisten. De productie werd sterk gerationaliseerd en dat had zo zijn invloed op de kwaliteit van de instrumenten. De gitaren van voor de CBS-overname ("pre-CBS") gelden dan ook als beter en waardevoller dan de producten na de overname. In 1985 kwam het bedrijf weer in handen van de staf van het bedrijf zelf en herstelde de kwaliteit zich enigszins.” Zo luidt het algemeen aanvaarde verhaal. Pré CBS gitaren, dus van voor 1966, zijn dan ook onbetaalbaar geworden terwijl de instrumenten van na 1965 vaak nog (relatief) gunstig te krijgen zijn. Het klopt dat de stratocaster na 1965 best wel wat wijzigingen onderging. Ik zet de objectieve wijzigingen even op een rijtje:
Waar en in hoeverre ging het nu mis met de (kwaliteit van) de strat?Uiteraard waren heel veel wijzigingen besparingsmaatregelen (minder wikkelingen van de pick-up’s spaart koperdraad, 3 i.p.v. 4 halsschroeven spaart schroeven, niet waxen van de pick-up’s spaart tijd en dus geld, een minder uitgebreide kwaliteitscontrole spaart tijd, enz…) maar heel veel wijzigingen waren toch ook echt bedoeld om de stratocaster aantrekkelijker te maken. In de jaren zeventig was er een trend naar natuurlijke houtkleuren i.p.v. naar suikerkleurtjes. Logisch dat je als bedrijf aan die vraag voldoet. De trend naar natuurlijke houtkleuren en de vraag naar meer sustain (langer aanhoudende noten) lag ook aan de basis van het steeds zwaarder worden van de gitaren. Er werd immers gekozen voor essenhout (ash) met een van nature erg mooie houtnerf maar wel met een behoorlijk gewicht en men koos ook bewust voor de zwaardere varianten want dat leverde meer sustain, zo dacht men. De 3schroefs halsbevestiging maakte de hals in de hogere regionen ook toegankelijker en leverde eigenlijk niet echt een stabiliteitsprobleem op voorwaarde dat de halspocket de hals perfect omsloot en dat was vaak niet het geval. Doordat toch nog veel bekende artiesten op de strats speelden (cfr. Jimmy Hendrix) werd het dunnere geluid van de pick-up’s (de zgn. greybacks) in latere jaren gegeerd en gekopieerd door dure boetiekmerken. Het dunne geluid heeft ook heel sterk het funk- en discogeluid uit de jaren zeventig bepaald. Het echte probleem bij Fender in die periode was de totale afwezigheid van consistente kwaliteit. Er werden echt wel zeer degelijke instrumenten gebouwd maar evengoed ook gitaren met meer gebreken dan snaren. Te grote halsuitsparingen, slecht fretwerk, gebrekkig lakwerk, niet consistente halzen waren legio. De kwaliteit van de gebruikte houtsoorten of van de gebruikte hardware was echter zeker niet slechter dan in de pre CBS periode, wat kwatongen ook mogen beweren. Alleen was alles nogal gebrekkig samengesteld en dat leidde tot het slechte imago van de Seventies Fenders. Ik heb Seventies Fenders in mijn atelier gehad die binnen kwamen als brandhout maar buitengingen als juweeltjes. Uiteraard na ettelijke uren werk. Maar inderdaad, in de jaren zeventig was een echt goeie strat, zo uit de doos, eerder uitzondering dan regel. Een tweedehands aankoop valt zeker te overwegen maar een seventies strat koop je best niet ‘blind’. Een uitgebreid nazicht en uitproberen is zeker geen overbodige luxe. En het gewicht? Tsja, voor wie een Gibson Les Paul gewend is, is dat zeker geen issue :-) |
AuteurLuthier/gitaarspecialist met een passie voor oude instrumenten. Archieven
August 2021
Categorieën |