lieven's gitaarreparatie, -afstelling en -onderhoud site
  • home
  • check je gitaar
  • Doe het zelf
  • prijslijst
  • Vintage & 2dehands
  • contact
  • Blog

Topic snaren: Wat is de beste keuze snaren voor mijn western gitaar?

5/18/2016

1 Comment

 
Foto
 
‘Gewone’ 80/20 snaren of Fosfor Bronze snaren?
 
Fosfor Bronze wordt vaak omschreven als de ‘betere’ snaar en te verkiezen boven de gewone, meest gangbare 80/20 (80% koper, 20% zink) snaar. Fosfor Bronze snaren kosten dan wel meer maar dat ze beter zijn is eigenlijk een misvatting. Het verschil tussen de beiden ligt ‘m vooral in klankkleur. 80/20 snaren hebben van nature een heldere klank. Fosfor Bronze snaren klinken een stuk warmer. Het gaat dus vooral om ‘smaak’. Hou je van een helder geluid, dan kies je 80/20. Heb je het graag iets warmer of, anders gezegd, iets minder uitbundig, dan kies je voor Fosfor Bronze. In de praktijk laat ik de keuze van de snaar afhangen van het instrument waar ze op moeten. Heb je een gitaar die gebouwd is met ‘warm’ hout, bijvoorbeeld met een ceder top en mahonie body dan zal 80/20 meestal de betere keuze zijn. Heb je een van nature feller instrument, bijv. met een sparren (spruce) top en een rosewood body, dan ben je wellicht gebaat met Fosfor Bronze snaren om het beest wat te temmen. Daarnaast speelt ook de voor de toets gebruikte houtsoort een belangrijke rol. Ebbenhout en (minder vaak voorkomend) esdoorn klinken feller dan rosewood of pallisander. Ook hier zou ik eerder voor fosfor bronze opteren. .De beste klank ligt vaak in het evenwicht tussen de verschillende componenten en daar kan een juiste snaarkeuze toe bijdragen.
 
En Silk ’n Steel snaren dan?
 
Bij "Silk & Steel" snaren zit er om de stalen kern nog een laagje (kunst-?) zijdevezels voor een wat minder metalige klank. Ze hebben ook bewust een lagere spanning dan gewone staalsnaren en klinken een stuk “mellower” dan de 2 bovenstaande varianten. Veel gitaristen gaan er met een grote boog omheen omdat ze vinden dat ze niet ‘voelen’ en klinken zoals een steelstring dat zou moeten doen. Voor mij hebben ze wel degelijk een bestaansrecht. Ik zou ze nooit op een gewone western gitaar zetten maar ze zijn als geen ander in staat om de schelheid van een parlor wat uit te vlakken en de scherpe noten uit een (vintage) akoestische jazzer te halen.
 
Dun is voor Sissie’s, dik voor macho’s?
 
Voor de dikte van de snaren bestaat er een vuistregel. Hoe dikker de snaren, hoe meer volume en dynamiek maar hoe moeilijker te spelen. En, hoe dunner de snaren, hoe minder volume en dynamiek maar hoe comfortabeler te spelen. Voor het overgrote deel klopt deze regel. In de praktijk komt het er dus op neer dat de dikte van je snaren een compromis zal zijn tussen bespeelbaarheid en klank. Voor het overgrote deel (maar uiteraard niet voor iedereen) van de niet professionele gitaristen ligt dit evenwicht bij een snaardikte van 011-052. Dit kan je dan ook als uitgangspunt nemen als je gaat experimenteren. De meeste professionele gitaristen uit mijn klantenkring spelen op 012-053.
 
Wanneer zijn snaren aan vervanging toe?
 
Sowieso als ze breken ;-) maar verder hangt dat af van verschillende, persoonlijke factoren: de kwaliteit, je speelstijl, je zweet en natuurlijk hoe veel je speelt. Eigenlijk moet je je snaren vervangen als ze niet meer goed klinken. Nu gaat dat slechter klinken sluipenderwijs en je went aan het steeds iets doffer wordende geluid van oude snaren. Je weet pas hoe slecht je snaren klinken als je er een nieuw set oplegt. Als je snaren verroest zijn is het zeker hoogtijd. Verroeste snaren voelen ruw aan bij het spelen maar tasten ook je frets aan. Op de plaatsen waar je veel speelt slijt er een groef in je frets. Repareren daarvan is duurder dan af en toe een vers setje snaren! Uitgangspunt: Na 25 uren speeltijd heeft de gemiddelde snaar het echt wel gehad en wordt het tijd voor een nieuw setje.
 


Foto
1 Comment

Gibson underdogs: De MK serie van eind jaren '70

5/3/2016

1 Comment

 
Foto
De Mark-serie, zoals ze ook wordt genoemd, werd gemaakt tussen 1975 en 1979. Ze week nogal af van het traditioneel design wat, helemaal voor een Gibson, best verrassend was. Gibson verliet bij het ontwerp dan ook de gekende paden en huurde de wetenschap in voor R&D.
Deze tekst, gevonden op het internet, vat het zo’n beetje samen:

“The Mark series is the result of careful research, experimentation, and innovation by Michael Kasha, whose badass scientific guitar designs were then made practical for manufacturing by luthier Michael Schneider.
Michael Kasha had spent about a decade finding ways to scientifically increase bass and treble response in classical acoustic guitars, which boosted both volume and sustain enough to impress Andres Segovia. This quest for better response led Kasha to experiment with new materials and radically creative soundboard bracing systems”.

Bedoeling was om de “best sounding guitar ever” te maken. Wat hierbij het meest in het oog springt is het zadel: breed aan de baskant en erg smal aan de treblekant. De bedoeling was om zo een meer evenwichtige klank te krijgen door een efficiëntere overdracht van vibraties op de gitaartop. Hiervoor moest het 'overbrengingsvlak', de brug dus, aan de baskant groter zijn dan voor de hoge tonen.

Foto
Daarnaast beschikte de Mark serie ook over een totaal afwijkend steunbalken patroon. Een soort van asymmetrische 'advanced X-bracing' die ook weer voor een harmonischer klankbeeld moest zorgen.

Foto
Binnen de Markserie zijn er verschillende modellen. De MK35 heeft een mahony body en een spruce top, de MK53 een maple body en een spruce top, de MK72 een rosewood body en een spruce top. De MK81 is een luxere versie van de MK72, met trapeze inlays, een ebbenhouten toets en goudkleurige hardware. De hele serie is opgebouwd uit massief hout.

Alle gitaren hadden een kunstoffen "wood-alike' verhoogde ring in het klankgat, om beschadigingen van de top te vermijden. Een slagplaat was dan ook niet nodig maar werd wel mee geleverd. De koper kon ze dan zelf al dan installeren.


Foto
Verkoopsgewijs was de Mark serie zeker geen succes, daarvoor week ze teveel af van wat men gewend is/was. Bovendien zorgde een radicaal ander headstock design, totaal anders dan het klassieke 'open book' design van Gibson, er ook nog eens voor dat de Mark-serie ook niet onmiddellijk als een Gibson herkend werd. Vermoedelijk haakten hier dus de Gibson snobs af ;-)

Toch is het jammer dat de MK's geen commercieel succes werden want het zijn wel gewéldige gitaren. Ze hebben alles wat je van een akoestische Gibson verwacht en zelfs, in vergelijking met sommige andere modellen, méér. Vergeleken met bijvoorbeeld een J-45 zou ik zeggen dat ze net iets meer bassen heeft en wat scherper is in het hoog. Twee eigenschappen die ik persoonlijk nu net wel kan smaken. Ik ben in ieder geval fan.  Qua klankkleur horen ze thuis in de blues, rock en folk afdeling waar ze met hun typische klank zeker indruk maken. Je klinkt toch net wat anders dan de rest en dat valt op. Je ziet er ook wat anders uit dan de rest en dat valt zeker op ;-) Voor zoetgevooisde ballads genre Simon & Garfunkel en luchtige popdeuntjes vind ik ze dan weer minder geschikt.

Keerzijde van de commerciële mislukking is dat je een Gibson Mark series, zelfs vandaag nog, voor relatief weinig geld kan kopen. Ze gaan op de 2dehands en vintagemarkt weg voor bedragen rond de 1000 euro en dat is erg weinig geld voor heel veel gitaar. Had ik al gezegd dat er eentje te koop staat in de Vintage Guitar Shop? ;-)

Foto
1 Comment

    Auteur

    Luthier/gitaarspecialist met een passie voor oude instrumenten.

    Archieven

    August 2021
    August 2020
    May 2020
    February 2020
    June 2019
    December 2018
    December 2017
    August 2017
    April 2017
    September 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016

    Categorieën

    All

    RSS Feed