lieven's gitaarreparatie, -afstelling en -onderhoud site
  • home
  • check je gitaar
  • Doe het zelf
  • prijslijst
  • Vintage & 2dehands
  • Maak een afspraak
  • Blog

Rocket to the Stars: Harmony Rocket!

7/14/2016

1 Comment

 
Foto
De oude Harmony Rockets worden steeds zeldzamer. Zeker bij ons in Europa duiken ze nog maar mondjesmaat op.
Harmony was in de jaren ’60 nochtans de grootste gitaarproducent met jaarlijks meer dan 250.000 exemplaren. De meeste Harmony's zijn dan ook als afval geëindigd. Terecht? 


Héél veel van onze oude gitaarhelden speelden hun eerste akkoorden op een Harmony (Keith Richards, Elvis Presley, Tom Waits, …). John Hiatt heeft zelfs ooit een liedje over de Harmony Rocket geschreven (Smashing those perfectly good guitars). ​

​Kortom, de Harmony Rocket is een gigantische brok nostalgie, made in the U.S.A. Maar, voor we helemaal lyrisch worden, de Harmony Rocket was natuurlijk wel gewoon een massaproduct, niet echt aan het high-end spectrum waar bijvoorbeeld Gibson en Fender zich bevonden. Gewoon, “a workman’s tool”. Daardoor heeft Harmony en de Rocket in het bijzonder, mee het geluid bepaald van de rock ’n roll en de popmuziek uit de pioniersjaren. De beginnende sterren van toen hadden in eerste instantie immers nog niet het geld om high-end instrumenten te kopen maar wilden er wel “cool” en geloofwaardig uitzien. De Harmony Rockets klinken dan ook erg herkenbaar en mede dat maakt ze zo gegeerd.
Vandaag betaal je voor een originele vintage Harmony Rocket gemakkelijk méér dan duizend Euro. Nieuw betaalde je voor de Rocket in de jaren '60 net geen 130 dollar. Een op lange termijn zeer rendabele investering dus ;-)
Foto
Ik heb er ondertussen een 3-tal in mijn atelier gehad en ik kan nu niet bepaald zeggen dat ze uitblinken in kwaliteit. Heel eerlijk gezegd voelen ze een beetje aan alsof ze uit de speelgoedwinkel komen. Het gelamineerde hout is van eerder dubieuze kwaliteit. De afwerking goedkoop en gebrekkig en de electronika is zelfs voor die tijd ‘cheap’ te noemen. Het heeft me dan ook heel wat tijd en moeite gekost om er bruikbare instrumenten van te maken. Voor de klank hoef je er ook niet meteen één aan te schaffen want er zijn heel wat Europese vintage gitaren, van veel betere kwaliteit, die je hetzelfde en zelfs beter vintage geluid leveren met een veel lager prijskaartje. Het is toch vooral de nostalgie en het aura wat er omheen hangt, die je betaald. En, daar is op zich natuurlijk niks mis mee. Besef wel, dat als je een Harmony in huis haalt je nog wat extra zult moeten investeren om er een bruikbaar instrument van te maken. Maar, je ziet er op het podium dan wel net zo cool uit als Keith Richards in zijn zeer jonge jaren ;-)
Foto
1 Comment

Tweedehands kooptip: Dearmond by Guild!

6/28/2016

1 Comment

 
Foto
M75
Foto
Starfire Special
Foto
X155
Foto
T400
Foto
M72
Foto
Starfire
De naam “Dearmond” is vooral bekend en legendarisch vanwege de inderdaad toch wel geweldige pick-up’s die ze maakten in de vijftiger en zestiger jaren. Veel bekende merken (o.a. Gretsch en Guild) maakten er gebruik van voor hun high end instrumenten. In 1975 ging “Harry Dearmond” op pensioen. Het bedrijf bleef nog doorwerken tot in de jaren tachtig en werd dan opgekocht door Guild. 

Fender, zelf niet echt gekend voor hollow en semi-hollow gitaren zocht een tegengewicht voor de Gibson hollows en voor Gretsch. Dat kreeg het door in 1995 Guild, die op dat gebied wel een naam hadden, op te kopen. 

In het kader van kostenbesparing werd er, onder Fender, een productielijn van Guild gitaren in Korea opgezet. Om het geheel nog meer luister bij te zetten en om toch een duidelijk onderscheid te maken met de Amerikaanse Guilds, werden deze gitaren “Dearmond by Guild” genoemd met een overduidelijke link naar de Amerikaanse modellen. Dat Fender kosten noch moeite spaarde om de lijn van de grond te krijgen blijkt uit het feit dat ze niet gewoon Koreaanse bedrijven de opdracht gaven om de gitaren te produceren maar dat ze zelf actief aan productiecontrole en vooral kwaliteitscontrole deden. 

Voor de pick-up’s werden ook geen stock Koreaanse exemplaren gebruikt maar Amerikaanse uit de Dearmond productie die ondertussen weer was opgestart. Sommigen werden uitgerust met de gekende Dearmond 2K pick-up’s, andere kregen de Dearmond Goldtone’s mee. Dit alles resulteerde in gitaren die er qua kwaliteit en ook qua prijs/kwaliteit verhouding mochten zijn. Toch lag het prijskaartje te hoog waardoor de verkoop niet helemaal voldeed aan wat Fender had gehoopt en toen ze in 2002 de kans kregen om Gretsch in te lijven werd de productie van de Dearmonds by Guild ook onmiddellijk gestaakt net zoals de productie van de Amerikaanse elektrische Guilds. 

De Koreaanse Gretschen namen de plaats in van “Dearmond by Guild” en de rest is history. Tegen alle logica in heeft Fender de lijn nog wel even verder gezet in Indonesië maar dan wel onder het Squier logo en met beduidend goedkopere hardware. De Indonesische Dearmonds erken je in eerste instantie aan de geschroefde hals.
​
​Dat Fender zo snel mogelijk van de Dearmonds by Guild af wou blijkt ook uit de dumpingprijzen waaraan ze in enkele Amerikaanse muziekketens werden aangeboden. Nu ze Gretsch in handen hadden was het een marketingtechnische strategie om de prijs en daarmee het imago van de Guilds naar beneden te halen. In 2003 kon je dan ook een prachtexemplaar aan minder dan de helft van de normale prijs kopen. De strategie heeft geloond want de Dearmond by Guild heeft toch een beetje een “budget – wit product”stempel gekregen. Zeer onterecht want de in Korea geproduceerde Dearmonds by Guild kunnen moeiteloos de vergelijking met de huidige, in Korea, geproduceerde Gretsches doorstaan.  Ze zijn objectief gewoon beter, zeker op het gebied van electronica maar ook op het gebied van afwerking en bouw. 

Ik ben, sinds ik ze ontdekt heb, fan van de Dearmonds by Guild en voor mij zijn ze toch net een klasse beter dan de moderne Koreaanse Gretschen. De originele "made in the USA" Dearmond pick-up's hebben hier uiteraard veel mee te maken maar het is dat niet alleen. Het is de bouw, de kwaliteit van de hardware en een hoop kleine afwerkingsdetails die ervoor zorgen dat dit geen massaproduct lijkt maar eerder een instrument waar met veel liefde en know-how aan gewerkt werd. De prijzen op de tweedehandsmarkt zijn op dit moment nog vrij redelijk, ze variëren tussen de 400 en de 700 euro, afhankelijk van het model. Ze duiken wel steeds minder op dus, als je er één ziet die je bevalt, aarzel vooral niet ;-)
 

1 Comment

Op zoek naar de eindeloze sustain. Wat is beter: een geschroefde hals of een gelijmde hals?

6/13/2016

1 Comment

 
In ons collectief gitaristengeheugen leeft de stelling dat de halsconstructie van een gitaar een invloed heeft op de sustain van het instrument. Met “sustain” bedoelen we de tijd voor een noot uitsterft en daarvan willen we allemaal dat die mogelijk lang duurt. 
Foto
Stelling: Gitaren met een ‘neck thru’ constructie leveren de beste sustain. Hierbij zijn de hals en het middenstuk van de body uit één stuk hout. Onder- en bovenkant van de body zijn er gewoon, als een soort vleugels, aangeplakt. Een verdienstelijke tweede is de “set-neck” constructie waarbij de hals in de body wordt gelijmd. Niet zo goed voor je sustain is de “bolt-on” constructie, waarbij de hals aan de body bevestigd wordt met schroeven.

Als dit inderdaad zo was, dan zou dit een korte blog worden: Wil je veel sustain, koop dan een Ibanez of een Yamaha uit de jaren 80. Wil je veel sustain en de juiste looks, koop dan een gibson les paul en lig je daar allemaal niet wakker van, koop dan een Fender strat of tele.

De wetenschap heeft echter iets heel anders aangetoond. In 2007 publiceerde Motolla een wetenschappelijk onderzoek, gebaseerd op spectografische analyses en hoortesten, waaruit bleek dat net het omgekeerde het geval is. Geschroefde halzen “sustainden” het beste en de neck-thru constructies het slechtste. Ditzelfde onderzoek werd in 2013 nog eens overgedaan met echte, uit de winkel, instrumenten, met dezelfde resultaten.

Eerlijk gezegd heb ik zelf ook nooit echt een noemenswaardig verschil kunnen horen en dat is normaal omdat die verschillen weliswaar meetbaar zijn maar niet echt hoorbaar met ons menselijk gehoor.

​Bovenstaande stelling is dus een mythe. De vraag is dan nog waar die mythe vandaan komt en ik denk dat we daarvoor even terug moeten naar de jaren vijftig van de vorige eeuw. Meer bepaald, naar 1950 toen Leo Fender de broadcaster, de eerste solidbody met een geschroefde hals, introduceerde.

De Broadcaster was niet alleen van concept heel anders dan de anderen (Gretsch, Gibson, Epiphone, …) maar ook qua gebruikte houtsoorten (maple en alder/ash i.p.v. mahony) en pick-up’s (low-output single coils). Een Fender had daardoor een ‘twangy’, fel geluid met veel plectrum ‘attack’ waardoor een noot bij de aanslag even sterk doorklonk om dan snel naar een lager volume te gaan.

Bij Gibson, die bij “all mahony” bleven, eventueel met een dun maple topje en humbuckers of P-90 pick-up’s, had je die stevige “plectrum” attack, die plotse piek bij het aanslaan van een noot, niet. De noot stierf gelijkmatiger uit dan bij de Fender waardoor de indruk ontstond dat ze langer aanhield.

Aangezien de bouw van solidbody electrische gitaren toen nog echt in de kinderschoenen stond was de kennis van gebruikte houtsoorten nog niet zo ontwikkeld als vandaag. Zeker voor gitaristen was het meest opvallende en evidente verschil tussen Fenders en Gibsons, de halsconstructie. En mijn theorie is dat daar de mythe ontstaan is.
​
Ik heb trouwens ooit een, qua houtsoorten en pick-up’s identieke, Arbiter les paul met bolt-on neck en een Gibson les paul met een set-neck met elkaar vergeleken. Er was wel een verschil in klank – de Arbiter was iets feller – maar zeker niet in sustain. I rest my case …
1 Comment

"Lawsuit gitaren": Japanse copycats uit de jaren zeventig

6/1/2016

1 Comment

 
Foto
Als je op Ebay of op tweedehandswebsites snuistert naar vintage gitaren kom je vaak de term “lawsuit gitaar” of “prélawsuit gitaar” tegen. Hiermee bedoeld de verkoper dat het om een “vintage kwaliteitscopy” gaat van de originele Fender, Gibson, Guild of Martin gitaar waar ze op lijkt maar dan veel goedkoper. Met als quote: “Deze gitaren waren van een dusdanige kwaliteit dat ze even goed of zelfs beter waren dan het origineel .” Waarop bedrijven zoals Fender, Gibson, Guild en Martin schrik kregen en rechtszaken inspanden tegen de fabrikanten van deze kopieën wegens schending van copyrights”.

Neem dit vooral allemaal met een flinke korrel zout. Deze kopieën waren over het algemeen  zeker niet beter dan het origineel en tot een echte rechtszaak is het maar in één geval gekomen. Maar toegegeven, er zijn uitzonderingen. De Ibanez stratocaster- en sommige Les Paul kopieën waren echt van hoge kwaliteit, net zoals de Greco kopieën en sommige Tokai Les Pauls.

Foto
Met pre lawsuit verwijst men eigenlijk naar instrumenten die werden gemaakt in de periode 1969-1976 toen de Europese en Amerikaanse markt overspoeld werd met goedkope kopieën uit Japan. Vooral Ibanez was toen heel actief in het kopiëren van Gibson en Fender modellen. In 1976 kreeg Gibson het inderdaad op zijn heupen en dreigde Ibanez met een rechtszaak. Niet op grond van de gitaarkopie in zijn totaliteit, dat zou immers in geen enkele rechtszaal ontvankelijk worden verklaard, maar op grond van het headstock design.  De zaak werd echter buiten de rechter om geregeld. Ibanez had ondertussen een goede naam opgebouwd en ging zich vanaf 1976 concentreren op eigen modellen. 
Foto
​De enige firma die ooit een rechtszaak heeft aangespannen en gewonnen is Martin & Co. Geviseerd werd de Japanse firma “ProMartin”. ProMartin's mochten daardoor niet verkocht worden in Noord Amerika. Over de rest van de wereld was er echter geen uitspraak vandaar dat we dit merk nog vrij regelmatig zien opduiken in Europa. 

In de jaren zeventig gingen letterlijk miljoenen copycats over de toonbank en wie er toen één gekocht heeft weet dat ze echt niet zo geweldig waren. Maar hé, je had wel een elektrische gitaar en je leek met wat fantasie op je favoriete gitaarheld. De meeste van die miljoenen gitaren zijn ondertussen op het vuilnis beland. Van de exemplaren die de tand des tijds hebben doorstaan mag je aannemen dat het gaat om de kwalitatief goede enkelingen. En die zijn het waard om gekoesterd te worden.
1 Comment

Topic snaren: Wat is de beste keuze snaren voor mijn western gitaar?

5/18/2016

1 Comment

 
Foto
 
‘Gewone’ 80/20 snaren of Fosfor Bronze snaren?
 
Fosfor Bronze wordt vaak omschreven als de ‘betere’ snaar en te verkiezen boven de gewone, meest gangbare 80/20 (80% koper, 20% zink) snaar. Fosfor Bronze snaren kosten dan wel meer maar dat ze beter zijn is eigenlijk een misvatting. Het verschil tussen de beiden ligt ‘m vooral in klankkleur. 80/20 snaren hebben van nature een heldere klank. Fosfor Bronze snaren klinken een stuk warmer. Het gaat dus vooral om ‘smaak’. Hou je van een helder geluid, dan kies je 80/20. Heb je het graag iets warmer of, anders gezegd, iets minder uitbundig, dan kies je voor Fosfor Bronze. In de praktijk laat ik de keuze van de snaar afhangen van het instrument waar ze op moeten. Heb je een gitaar die gebouwd is met ‘warm’ hout, bijvoorbeeld met een ceder top en mahonie body dan zal 80/20 meestal de betere keuze zijn. Heb je een van nature feller instrument, bijv. met een sparren (spruce) top en een rosewood body, dan ben je wellicht gebaat met Fosfor Bronze snaren om het beest wat te temmen. Daarnaast speelt ook de voor de toets gebruikte houtsoort een belangrijke rol. Ebbenhout en (minder vaak voorkomend) esdoorn klinken feller dan rosewood of pallisander. Ook hier zou ik eerder voor fosfor bronze opteren. .De beste klank ligt vaak in het evenwicht tussen de verschillende componenten en daar kan een juiste snaarkeuze toe bijdragen.
 
En Silk ’n Steel snaren dan?
 
Bij "Silk & Steel" snaren zit er om de stalen kern nog een laagje (kunst-?) zijdevezels voor een wat minder metalige klank. Ze hebben ook bewust een lagere spanning dan gewone staalsnaren en klinken een stuk “mellower” dan de 2 bovenstaande varianten. Veel gitaristen gaan er met een grote boog omheen omdat ze vinden dat ze niet ‘voelen’ en klinken zoals een steelstring dat zou moeten doen. Voor mij hebben ze wel degelijk een bestaansrecht. Ik zou ze nooit op een gewone western gitaar zetten maar ze zijn als geen ander in staat om de schelheid van een parlor wat uit te vlakken en de scherpe noten uit een (vintage) akoestische jazzer te halen.
 
Dun is voor Sissie’s, dik voor macho’s?
 
Voor de dikte van de snaren bestaat er een vuistregel. Hoe dikker de snaren, hoe meer volume en dynamiek maar hoe moeilijker te spelen. En, hoe dunner de snaren, hoe minder volume en dynamiek maar hoe comfortabeler te spelen. Voor het overgrote deel klopt deze regel. In de praktijk komt het er dus op neer dat de dikte van je snaren een compromis zal zijn tussen bespeelbaarheid en klank. Voor het overgrote deel (maar uiteraard niet voor iedereen) van de niet professionele gitaristen ligt dit evenwicht bij een snaardikte van 011-052. Dit kan je dan ook als uitgangspunt nemen als je gaat experimenteren. De meeste professionele gitaristen uit mijn klantenkring spelen op 012-053.
 
Wanneer zijn snaren aan vervanging toe?
 
Sowieso als ze breken ;-) maar verder hangt dat af van verschillende, persoonlijke factoren: de kwaliteit, je speelstijl, je zweet en natuurlijk hoe veel je speelt. Eigenlijk moet je je snaren vervangen als ze niet meer goed klinken. Nu gaat dat slechter klinken sluipenderwijs en je went aan het steeds iets doffer wordende geluid van oude snaren. Je weet pas hoe slecht je snaren klinken als je er een nieuw set oplegt. Als je snaren verroest zijn is het zeker hoogtijd. Verroeste snaren voelen ruw aan bij het spelen maar tasten ook je frets aan. Op de plaatsen waar je veel speelt slijt er een groef in je frets. Repareren daarvan is duurder dan af en toe een vers setje snaren! Uitgangspunt: Na 25 uren speeltijd heeft de gemiddelde snaar het echt wel gehad en wordt het tijd voor een nieuw setje.
 


Foto
1 Comment

Gibson underdogs: De MK serie van eind jaren '70

5/3/2016

1 Comment

 
Foto
De Mark-serie, zoals ze ook wordt genoemd, werd gemaakt tussen 1975 en 1979. Ze week nogal af van het traditioneel design wat, helemaal voor een Gibson, best verrassend was. Gibson verliet bij het ontwerp dan ook de gekende paden en huurde de wetenschap in voor R&D.
Deze tekst, gevonden op het internet, vat het zo’n beetje samen:

“The Mark series is the result of careful research, experimentation, and innovation by Michael Kasha, whose badass scientific guitar designs were then made practical for manufacturing by luthier Michael Schneider.
Michael Kasha had spent about a decade finding ways to scientifically increase bass and treble response in classical acoustic guitars, which boosted both volume and sustain enough to impress Andres Segovia. This quest for better response led Kasha to experiment with new materials and radically creative soundboard bracing systems”.

Bedoeling was om de “best sounding guitar ever” te maken. Wat hierbij het meest in het oog springt is het zadel: breed aan de baskant en erg smal aan de treblekant. De bedoeling was om zo een meer evenwichtige klank te krijgen door een efficiëntere overdracht van vibraties op de gitaartop. Hiervoor moest het 'overbrengingsvlak', de brug dus, aan de baskant groter zijn dan voor de hoge tonen.

Foto
Daarnaast beschikte de Mark serie ook over een totaal afwijkend steunbalken patroon. Een soort van asymmetrische 'advanced X-bracing' die ook weer voor een harmonischer klankbeeld moest zorgen.

Foto
Binnen de Markserie zijn er verschillende modellen. De MK35 heeft een mahony body en een spruce top, de MK53 een maple body en een spruce top, de MK72 een rosewood body en een spruce top. De MK81 is een luxere versie van de MK72, met trapeze inlays, een ebbenhouten toets en goudkleurige hardware. De hele serie is opgebouwd uit massief hout.

Alle gitaren hadden een kunstoffen "wood-alike' verhoogde ring in het klankgat, om beschadigingen van de top te vermijden. Een slagplaat was dan ook niet nodig maar werd wel mee geleverd. De koper kon ze dan zelf al dan installeren.


Foto
Verkoopsgewijs was de Mark serie zeker geen succes, daarvoor week ze teveel af van wat men gewend is/was. Bovendien zorgde een radicaal ander headstock design, totaal anders dan het klassieke 'open book' design van Gibson, er ook nog eens voor dat de Mark-serie ook niet onmiddellijk als een Gibson herkend werd. Vermoedelijk haakten hier dus de Gibson snobs af ;-)

Toch is het jammer dat de MK's geen commercieel succes werden want het zijn wel gewéldige gitaren. Ze hebben alles wat je van een akoestische Gibson verwacht en zelfs, in vergelijking met sommige andere modellen, méér. Vergeleken met bijvoorbeeld een J-45 zou ik zeggen dat ze net iets meer bassen heeft en wat scherper is in het hoog. Twee eigenschappen die ik persoonlijk nu net wel kan smaken. Ik ben in ieder geval fan.  Qua klankkleur horen ze thuis in de blues, rock en folk afdeling waar ze met hun typische klank zeker indruk maken. Je klinkt toch net wat anders dan de rest en dat valt op. Je ziet er ook wat anders uit dan de rest en dat valt zeker op ;-) Voor zoetgevooisde ballads genre Simon & Garfunkel en luchtige popdeuntjes vind ik ze dan weer minder geschikt.

Keerzijde van de commerciële mislukking is dat je een Gibson Mark series, zelfs vandaag nog, voor relatief weinig geld kan kopen. Ze gaan op de 2dehands en vintagemarkt weg voor bedragen rond de 1000 euro en dat is erg weinig geld voor heel veel gitaar. Had ik al gezegd dat er eentje te koop staat in de Vintage Guitar Shop? ;-)

Foto
1 Comment

De Maccaferri plastic gitaar

4/28/2016

3 Comments

 
Foto
Altijd fijn als er weer eens een heel speciaal instrument het atelier komt binnenwaaien ;-) Deze keer gaat het om een Maccaferri G30 uit de vijftiger jaren. Een fraaie gitaar, helemaal gemaakt van plastic en de moeite waard als eerste onderwerp van deze nieuwe blog. :-)

Bij "Maccaferri" denkt iedereen spontaan aan Django Reinhardt en zijn gitaar waarvan Mario Maccaferri aan de bouwer Selmer het ontwerp leverde. Toch is dit maar een klein deel van de verdienste die Mario Maccaferri aan de gitaar in het algemeen geleverd heeft. 

Mario Maccaferri, een geleerd gitaarbouwer uit Italië, opende rond 1928 een atelier in Londen en kwam er rond 1930 in contact met Henri Selmer. Maccaferri ontwierp niet alleen de befaamde gitaren voor Selmer maar zette tevens de productie op, die in 1932 op gang komt.

Besmet door het plasticvirus van de jaren dertig en de mogelijkheden die plastic bood voor tal van gebruiksvoorwerpen, slaat Maccaferri rond 1936 een nieuwe richting in en gaat in eerste instantie, in Frankrijk, rieten voor blaasinstrumenten produceren, gemaakt van plastic. In 1939 vertrekt hij naar de Verenigde Staten en sticht daar de French American Reed Company. Hier bouwt Maccaferri fortuin op met de productie van plastic gebruiksvoorwerpen. Jawel, Maccaferri wordt ook genoemd als de uitvinder van de plastic wasspeld...

Rond 1952 brengt hij plastic ukeleles op de markt en in 1953 is de eerste plastic Maccaferri gitaar een feit. Van de 6 dollar ukelele werden er ruim een miljoen verkocht. De plastic gitaren deden het echter een stuk minder goed. Toch waren het originele, goed spelende en goed klinkende gitaren die, vanuit de professionele wereld ook geëndorsed werden. Maar, gitaristen zijn nu eenmaal erg conservatief als het om hun instrument gaat en een gitaar uit plastic is zelfs nu, anno 2016, zijn tijd nog ver vooruit. Je had de gitaar in 2 modellen: De G30 en de G40. Basically dezelfde gitaar maar de G40 had net iets meer bling en ornamenten waaronder een fraai staartstuk. 

Foto
De gitaren werden gemaakt van “Styron”, een plastic die gemaakt werd door de “Dow Chemical Company”. De mallen om de gitaren en de verschillende onderdelen, te gieten werden door Maccaferrie zelf ontworpen. De top is gemaakt van wit plastic, de kast is gegoten uit rosewood lookalike plastic, net zoals de hals. De hals is aan de binnenkant van de gitaar verbonden met de strapknop. Door een ingenieus systeem, verborgen in de klankkast kan, door middel van een simpele schroevendraaier, de halshoek worden aangepast zodanig dat je altijd over de voor jou perfecte actie beschikt.
De stemmechanieken zitten aan de achterkant van de kop in het plastic gesealed in een oliebad. Dat verklaard meteen ook waarom ze zo soepel lopen, zeker voor een meer dan 50 jaar oude gitaar.
De bespeelbaarheid is top, beter dan menig tijdgenoot. De klank is, tsja... "Interessant" is eigenlijk de beste omschrijving en dan niet in de negatieve zin. Uiteraard ligt de klank in lijn met de verwachtingen die je nu eenmaal hebt bij dit soort model. Een akoestische jazzklank, te vergelijken met een Gipsy gitaar, maar met wat meer bas en meer open. De klank ligt eigenlijk tussen een jazzgitaar en een westerngitaar in, met een typisch vintage geluid. "Interessant" is hier dus écht interessant en verrassend bruikbaar, voor verschillende stijlen. Dit is een gitaar waar je in de opnamestudio wel eens het verschil kunt maken. Ik zou er wel niet meteen het podium mee opstappen. OK, de gitaar heeft de afgelopen 50 jaar overleefd en blijkbaar geen krimp gegeven dus, waarom zou ze dat niet nog eens vijftig jaar doen? Toch voelt ze fragiel aan. Je hebt dan ook de neiging om ze eerder voorzichtig te hanteren.

Ik ga er in ieder geval veel plezier aan beleven en wie weet komt ze binnenkort te koop in de vintage gitaarshop ;-)


Foto
3 Comments
Forward>>

    Auteur

    Luthier/gitaarspecialist met een passie voor oude instrumenten.

    Archieven

    August 2021
    August 2020
    May 2020
    February 2020
    June 2019
    December 2018
    December 2017
    August 2017
    April 2017
    September 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016

    Categorieën

    All

    RSS Feed