Kay Super Jumbo Western gitaar earlie sixties
PRICE: 325 EUR
PRICE: 325 EUR
"Da BLUES" !! Zoek je naar het authentieke blues geluid à la Big Bill Broonzy, Buddy Guy, John Lee Hooker (the early one)? Dan heb je dat bij deze gevonden! Authentieker dan dit, ook qua looks en feel, wordt het niet.
Verder valt er over deze Kay eigenlijk niet veel te zeggen. Made in the USA, een 'poor man's budget' gitaar uit het begin van de jaren zestig, van mediocere kwaliteit. 100% plywood, fake geschilderde binding, één of andere gekleurde hardhouten toets om het op rosewood of ebony te laten lijken, plastic nut, beetje vreemde halsverbinding, ... En laten het nu net al deze dubieuze kwaliteiten samen zijn die het geluid bepalen.
Want, let's face it, die bluesgitaristen uit de jaren 40, 50 en 60 begonnen pas geld te verdienen (lees op te brengen) op het moment dat ze op sterven na dood waren. Daarvoor waren het gewoon arme sukkelaars die zich qua instrument niet veel beters konden permitteren. Maar, met dat 'goedkope' geluid hebben ze wel "de blues" in ons collectief geheugen gestampt. En, klinkt het niet zo, dan is het niet zo.
Deze Kay is een bluesverhaaltje maar met een happy ending. Waar ze overal gezeten heeft op haar zwerftocht tussen de States en Mechelen weet ik niet. In ieder geval was ze bij aankomst in een niet zo'n beste staat. De frets waren totaal op. Het fretboard sterk ingesleten en ze had een actie waar je de was aan te drogen kon hangen. Ze was stevig 'gebruikt' maar niet 'misbruikt'. Ze zag er verder immers wel verzorgd en goed uit. Typisch een instrument dat de laatste jaren van z'n leven als wanddecoratie doorbrengt. Maar dat vond ik zonde. Ik heb de oude frets eruit gehaald, de toets gevlakt en opnieuw een radius meegegeven en, de oude traditie volgend, ook gelijk een ebony look aangekleurd. Vervolgens de hele zaak opnieuw gefret en de hals gereset. Met als kers op de taart een nieuwe bone nut en een bone kam. Eigenlijk zotte kosten maar, dat was de oude dame me wel waard. Ze is nu klaar voor een tweede jeugd bij iemand die er hopenlijk veel zorg voor zal dragen.
Verder valt er over deze Kay eigenlijk niet veel te zeggen. Made in the USA, een 'poor man's budget' gitaar uit het begin van de jaren zestig, van mediocere kwaliteit. 100% plywood, fake geschilderde binding, één of andere gekleurde hardhouten toets om het op rosewood of ebony te laten lijken, plastic nut, beetje vreemde halsverbinding, ... En laten het nu net al deze dubieuze kwaliteiten samen zijn die het geluid bepalen.
Want, let's face it, die bluesgitaristen uit de jaren 40, 50 en 60 begonnen pas geld te verdienen (lees op te brengen) op het moment dat ze op sterven na dood waren. Daarvoor waren het gewoon arme sukkelaars die zich qua instrument niet veel beters konden permitteren. Maar, met dat 'goedkope' geluid hebben ze wel "de blues" in ons collectief geheugen gestampt. En, klinkt het niet zo, dan is het niet zo.
Deze Kay is een bluesverhaaltje maar met een happy ending. Waar ze overal gezeten heeft op haar zwerftocht tussen de States en Mechelen weet ik niet. In ieder geval was ze bij aankomst in een niet zo'n beste staat. De frets waren totaal op. Het fretboard sterk ingesleten en ze had een actie waar je de was aan te drogen kon hangen. Ze was stevig 'gebruikt' maar niet 'misbruikt'. Ze zag er verder immers wel verzorgd en goed uit. Typisch een instrument dat de laatste jaren van z'n leven als wanddecoratie doorbrengt. Maar dat vond ik zonde. Ik heb de oude frets eruit gehaald, de toets gevlakt en opnieuw een radius meegegeven en, de oude traditie volgend, ook gelijk een ebony look aangekleurd. Vervolgens de hele zaak opnieuw gefret en de hals gereset. Met als kers op de taart een nieuwe bone nut en een bone kam. Eigenlijk zotte kosten maar, dat was de oude dame me wel waard. Ze is nu klaar voor een tweede jeugd bij iemand die er hopenlijk veel zorg voor zal dragen.