Johnson JP NN - 2003
PRICE: 530 EUR (SOLD!)
PRICE: 530 EUR (SOLD!)
Je komt de merknaam “Johnson” al wel eens tegen. Gitaren van
Koreaanse makkelij (deze toch) met een goede reputatie. Zeker wat
prijs/kwaliteit verhouding betreft. Vermoedelijk komen de Johnson gitaren uit
dezelfde fabriek, of fabrieken waar menig gereputeerd merk zijn ‘budget’
gitaren laat bouwen. Denk daarbij aan Gretsch, Guild, Epiphone, Tokai, … De
fabrikant “Samick” ligt dan ook voor de hand.
Koreanen staan bekend om hun degelijke producten met veel
aandacht voor bouw en afwerking. Gespaard wordt meestal op het fretwerk en de elektronica en dat was ook bij deze Johnson het geval. Een streling voor het
oog, dat zeker. Goed gebouwd, mooi lakwerk, prima inlegwerk, prima hardware
maar erg ongelijke fretten, waardoor de snaren op verschillende posities
kletterden, met scherpe randen.
Voor ik de gitaar kon testen op haar kwaliteiten moest er dus eerst één en ander gebeuren. De fretten werden geleveled, bijgewerkt en opnieuw gecrowned.
Een nieuw set snaren en een piekfijne afstelbeurt later kon de Johnson op de testbank en dat viel mee. Dat viel zelfs heel goed mee. Onversterkt klinkt de Johnson heel gebalanceerd. Duidelijke bassen, aangename mid’s en net voldoende hoog. Je hoort bij een akkoord echt elke afzonderlijke noot wat bijdraagt tot een strak totaalbeeld. Steriel klinkt het zeker niet, daar zorgt de bigsby voor. Sustain is er meer dan voldoende maar ook weer niet dusdanig dat het storend wordt. In combinatie met de vlotte bespeelbaarheid en de goede balans van het instrument zorgt dit ervoor dat je de gitaar maar moeilijk kunt wegzetten. Ze nodigt echt uit tot spelen.
Inpluggen dus en dat viel tegen. De volumeknoppen hadden eigenlijk maar 2 standen: alles open of alles dicht en de tonepots hadden maar één stand: alles open. De pick-up’s gaven geluid en daar is dan ook alles mee gezegd. Een platte, ongedefinieerde geluidsbrij die de gitaar echt geen eer aan doet. De stock Johnson, zoals ze uit de fabriek komt, kan je dus het best vergelijken met een klassebak BMW waar een Lada motortje werd ingestopt.
Erg jammer maar, er kon natuurlijk wel wat aan gedaan worden. Het instrument op zich was een elektronica upgrade zeker en vast waard. De volledige electronica is dan ook vervangen door Amerikaanse CTS kwaliteit. De pick-up’s was een beetje zoeken. Door de aard van het beestje ligt een set filtertrons of een setje tv-classics à la Gretsch natuurlijk voor de hand. Maar - en dat is natuurlijk persoonlijk - ik ben zelf niet zo’n enorme fan van TV-Jones. De TV-Jones Classics doen me namelijk net iets teveel aan de “Stray Cats” denken. Eigenlijk, alleen maar aan de “Stray Cats”. Niet dat er met die sound iets mis is maar, het is wel erg “one-trick-pony”. De bedoeling was om de gitaar als back-up te gaan gebruiken voor mijn eigen “Otentic RB”. Het moest dus toch net iets veelzijdiger. Ik speel namelijk nooit “Stray Cats” ;-)
Het werd uiteindelijk een samengesteld koppel. Voor de brug viel de keuze op een “Lollartron” met het typische basisgeluid van een Gretsch Filtertron maar met net iets meer low-end en net iets vetter. Eigenlijk is het een beetje een combinatie van het typische Gretsch geluid met een mooi vol Gibson Paf humbucker accent. De neck pick-up moest, met het oog op veelzijdigheid, vooral een mooi rond humbuckergeluid hebben. De eerste keuze viel op een Seymour Duncan Jazz maar op één of andere manier paste die niet in het totaalplaatje van de gitaar. Uiteindelijk werd het een “Kentron”, een filtertron variant à la Kent Armstrong, die eigenlijk vooral bekend staat voor zijn jazz pick-up’s. Dat is aan deze pick-up ook te horen: een romig, warm geluid met een vleugje ‘Gretsch’ er in. En de beide pick-up’s, de Lollartron en de Kentron harmoniëren erg goed. Resultaat: een mooi, multifunctioneel geluid, geschikt voor veel stijlen maar wel met een vleugje rockabilly dat past bij de gitaar.
De prijs van deze gitaar wordt vooral bepaald door de upgrades. Die waren niet goedkoop maar als je het totaalplaatje ziet krijg je met deze Johnson belachelijk veel waar voor je geld met de looks, de bespeelbaarheid en de klank van véél duurdere soortgenoten en misschien, nog net een ietsje beter.
De Johnson JP NN wordt geleverd met een passende hardcase.
Voor ik de gitaar kon testen op haar kwaliteiten moest er dus eerst één en ander gebeuren. De fretten werden geleveled, bijgewerkt en opnieuw gecrowned.
Een nieuw set snaren en een piekfijne afstelbeurt later kon de Johnson op de testbank en dat viel mee. Dat viel zelfs heel goed mee. Onversterkt klinkt de Johnson heel gebalanceerd. Duidelijke bassen, aangename mid’s en net voldoende hoog. Je hoort bij een akkoord echt elke afzonderlijke noot wat bijdraagt tot een strak totaalbeeld. Steriel klinkt het zeker niet, daar zorgt de bigsby voor. Sustain is er meer dan voldoende maar ook weer niet dusdanig dat het storend wordt. In combinatie met de vlotte bespeelbaarheid en de goede balans van het instrument zorgt dit ervoor dat je de gitaar maar moeilijk kunt wegzetten. Ze nodigt echt uit tot spelen.
Inpluggen dus en dat viel tegen. De volumeknoppen hadden eigenlijk maar 2 standen: alles open of alles dicht en de tonepots hadden maar één stand: alles open. De pick-up’s gaven geluid en daar is dan ook alles mee gezegd. Een platte, ongedefinieerde geluidsbrij die de gitaar echt geen eer aan doet. De stock Johnson, zoals ze uit de fabriek komt, kan je dus het best vergelijken met een klassebak BMW waar een Lada motortje werd ingestopt.
Erg jammer maar, er kon natuurlijk wel wat aan gedaan worden. Het instrument op zich was een elektronica upgrade zeker en vast waard. De volledige electronica is dan ook vervangen door Amerikaanse CTS kwaliteit. De pick-up’s was een beetje zoeken. Door de aard van het beestje ligt een set filtertrons of een setje tv-classics à la Gretsch natuurlijk voor de hand. Maar - en dat is natuurlijk persoonlijk - ik ben zelf niet zo’n enorme fan van TV-Jones. De TV-Jones Classics doen me namelijk net iets teveel aan de “Stray Cats” denken. Eigenlijk, alleen maar aan de “Stray Cats”. Niet dat er met die sound iets mis is maar, het is wel erg “one-trick-pony”. De bedoeling was om de gitaar als back-up te gaan gebruiken voor mijn eigen “Otentic RB”. Het moest dus toch net iets veelzijdiger. Ik speel namelijk nooit “Stray Cats” ;-)
Het werd uiteindelijk een samengesteld koppel. Voor de brug viel de keuze op een “Lollartron” met het typische basisgeluid van een Gretsch Filtertron maar met net iets meer low-end en net iets vetter. Eigenlijk is het een beetje een combinatie van het typische Gretsch geluid met een mooi vol Gibson Paf humbucker accent. De neck pick-up moest, met het oog op veelzijdigheid, vooral een mooi rond humbuckergeluid hebben. De eerste keuze viel op een Seymour Duncan Jazz maar op één of andere manier paste die niet in het totaalplaatje van de gitaar. Uiteindelijk werd het een “Kentron”, een filtertron variant à la Kent Armstrong, die eigenlijk vooral bekend staat voor zijn jazz pick-up’s. Dat is aan deze pick-up ook te horen: een romig, warm geluid met een vleugje ‘Gretsch’ er in. En de beide pick-up’s, de Lollartron en de Kentron harmoniëren erg goed. Resultaat: een mooi, multifunctioneel geluid, geschikt voor veel stijlen maar wel met een vleugje rockabilly dat past bij de gitaar.
De prijs van deze gitaar wordt vooral bepaald door de upgrades. Die waren niet goedkoop maar als je het totaalplaatje ziet krijg je met deze Johnson belachelijk veel waar voor je geld met de looks, de bespeelbaarheid en de klank van véél duurdere soortgenoten en misschien, nog net een ietsje beter.
De Johnson JP NN wordt geleverd met een passende hardcase.