Controle van de fretten en de toets
De toets is meestal gemaakt van palisander, rosewood, ebben of esdoorn.
Dit zijn allemaal vrij harde houtsoorten die, als het goed is, weinig onderhoud vergen. De staat van de toets bepaald voor een groot deel het speelcomfort. Is het hout te droog, zul je meer moeite hebben om soepel met je vingers over de hals te glijden. Na verloop van tijd wordt een toets ook vuil. Hij is immers constant onderhevig aan de invloed van je vingers. Zweet, stof, vuil, vet zorgen ervoor dat de toets gaat dichtslibben en daardoor niet meer soepel speelt.
Een toets in goede staat is schoon, vertoont geen putten en heeft een matte glans.

De frets hebben een ronde bovenkant en een angel aan de onderkant waarmee ze in het hout van de toets vastzitten. Alle frets van de gitaar moeten precies even hoog zijn om te voorkomen dat de snaren er tegen aan rammelen tijdens het spelen. Als de frets niet allemaal even hoog zijn of diepe kuilen vertonen waar de snaren de frets raken, dan moeten ze gevlakt worden. Als de frets te laag zijn dan c.a. 0,6 mm, dan dienen ze vervangen te worden.
Frethoogte controleren |
De conditie van de frets Wanneer je fretten te laag zijn wordt het benden van je snaren quasi onmogelijk. Van zodra je je snaar opdrukt, zal je vinger van de snaar schieten en daar gaat je solo :-) Vuistregel is dat frets een minimale hoogte moeten hebben van 0,6 mm. Echt makkelijk na te meten is dat uiteraard niet. De beste manier om na te gaan of je frets hoog genoeg zijn is door een snaar te benden (opduwen). Gaat dit makkelijk, dan zijn de frets nog hoog genoeg. Schiet je vinger van de snaar af of moet je veel moeite doen om je vinger er op te houden, dan zijn ze te laag en moeten ze worden vervangen. |